Moet de rechter duidelijkere taal gaan spreken?
Uitspraken van rechtbanken moeten duidelijke taal gaan bevatten en eenvoudiger te begrijpen zijn. Daartoe maakt D’66-er Maarten Groothuizen zich hard. Kamerlid Groothuizen maakt zich zorgen om de groeiende kloof in de samenleving tussen burger en rechterlijke macht. Iets wat de rechtsstaat niet ten goede komt. Hij wijst erop dat vooral mensen met een lagere opleiding wantrouwig tegenover de rechtbank staan. Hij vindt dat een verkeerde ontwikkeling. “We moeten zorgen dat onze rechtspraak zo toegankelijk mogelijk is voor iedereen”, vertelde hij onlangs in het NOS Radio 1 Journaal.
Daarom pleit Groothuizen ervoor dat de uitspraken worden geschreven op taalniveau B1. Dat staat voor eenvoudig Nederlands met veel voorkomende woorden en actieve, korte zinnen. “In plaats van te zeggen dat iemand zich schuldig heeft gemaakt aan het ‘met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening wegnemen van een levensmiddel’, kun je ook zeggen dat iemand een blikje cola heeft gestolen, zei Groothuizen. “Dat maakt juridisch gezien geen verschil.”
Voorstel valt niet overal goed
Het voorstel van Groothuizen kreeg in de Kamer steun van alle regeringspartijen, maar stuit buiten politiek Den Haag op nogal wat verzet. Zo schreven Amber Oomen-Delhaye (Neerlandica /docent-onderzoeker Lectoraat HAN HBO-Rechten) en Esther de Boer (kinderrechter Rechtbank Gelderland) op de website van het HAN (Hogeschool Arnhem/Nijmegen), een uitgebreid weerwoord. Beide dames zijn voorstander van een meer toegankelijke rechtspraak, maar constateren dat er al jaren helder taalgebruik wordt gehanteerd.
Zo is in 2015 de Werkgroep Begrijpelijkheid in het leven geroepen en is er sinds 2017 de jaarlijkse ‘Klare Taal’ bokaal. Deze werd afgelopen jaar gewonnen door een rechter in een zaak over gedumpt drugsafval. Juryvoorzitter Maarten Feteris roemde de kraakheldere uitspraak: “Dat dit vonnis makkelijk leesbaar is, betekent volgens de juryvoorzitter niet dat jargon taboe is. ‘Juridische en wettelijke termen worden in deze uitspraak niet geschuwd, maar wel uitgelegd.” Zo kan het dus ook en gebeurt het dus al.
Bemoei je niet te veel met de rechtspraak
Daarnaast concluderen Oomen-Delhaye en De Boer dat taalniveau vooral een wetenschappelijk begrip is, waarvan veel mensen niet weten wat het inhoudt. En dus is het verre van zaligmakend. Ook vragen zij zich hardop af waar Groothuizen zich eigenlijk mee bemoeit. De rechtspraak is een onafhankelijk instituut en dient dat vooral te blijven.
Een inmiddels veel geopperd alternatief is dat rechters hun uitspraken helemaal niet aanpassen. Daardoor blijven ze rechtswetenschappelijk intact. Wel kan er een samenvatting bijgevoegd worden die in eenvoudig taalgebruik is opgesteld. Op die manier kan iedereen de kern van de zaak, de uitspraak van de rechter en zijn beweegredenen en argumentatie snappen.
Bronnen: Mr-online, rechtspraak.nl, NPO Radio 1, NOS, HAN.
Dit artikel verscheen eerder op overheidsexpertise.nl, een initiatief van USG Professionals.
Deel dit artikel