Wetsvoorstel ‘versterking waarborgfunctie Algemene wet bestuursrecht’
Trends & Ontwikkelingen
3 minuten leestijd

Wetsvoorstel ‘versterking waarborgfunctie Algemene wet bestuursrecht’

Sinds de toeslagenaffaire is het inzicht gegroeid dat de overheid in zijn handelen meer gericht moet zijn op de menselijke maat. Vanuit dat inzicht heeft de ministerraad op 26 januari 2024 ingestemd met het wetsvoorstel ‘versterking waarborgfunctie Algemene wet bestuursrecht’.

Waar gaat het voorstel over?

Het voorstel bevat verschillende aanpassingen om de dienstverlening door de overheid te verbeteren, de menselijke maat hierbij te versterken en laagdrempelig contact te bevorderen. Het geeft overheidsorganisaties en de rechter meer ruimte om rekening te houden met de individuele situatie van mensen (zie: Rijksoverheid.nl / Nieuwsbericht van 31 januari 2024 / ‘Meer oog voor menselijke maat in Algemene wet bestuursrecht’).  

Aanleiding

Het voorstel is een vervolg op de kabinetsreactie naar aanleiding van het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag en door de Tweede Kamer aanvaarde moties (zie: Overheid.nl / ‘internetconsultatie’ / ‘Wet versterking waarborgfunctie Awb’).  

Doel

De aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft tot doel de overheid te stimuleren besluiten voor burgers begrijpelijker te maken, zich bij de uitvoering van taken meer te verplaatsen in de burger en zich minder formeel op te stellen.  

Hieronder bespreken we negen voorgestelde wijzigingen en aanvullingen op de Awb, onderverdeeld naar onderwerp. Hiervoor is de memorie van toelichting bij de Consultatieversie Wet versterking waarborgfunctie Awb geraadpleegd.

  1. Dienstbaarheidsbeginsel: Er wordt een nieuwe algemene bepaling ingevoegd die de overheid de instructie geeft zich dienstbaar op te stellen bij de uitoefening van haar taak. Dienstbaarheid betekent dat het bestuur de burger centraal stelt.  
  2. Evenredigheid: Met een wijziging in artikel 3:4, tweede lid, van de Awb wil de regering bestuursorganen en de rechter de bevoegdheid geven ook besluiten die gebaseerd zijn op een dwingende bevoegdheid in een wet in formele zin aan het evenredigheidsbeginsel te toetsen. Op Overheid.nl / ‘internetconsultatie’ / ‘Wet versterking waarborgfunctie Awb’ / ‘wat verandert er?’ staat daarover vermeld: “Dat betekent dat een regel niet strikt wordt toegepast als uit een dossier blijkt dat de gevolgen van een besluit onevenredig zijn ten opzichte van het met het besluit te dienen doel. Dit al bestaande artikel wordt uitgebreid, zodat in de toekomst een evenredigheidstoets (volgens de bestaande jurisprudentie van de bestuursrechter) ook mogelijk wordt bij een regel uit een formele wet. Het gaat hierbij om een ventiel. Het betekent niet dat de wet opzij wordt gezet, maar alleen dat overheden de mogelijkheid krijgen om onrechtvaardige gevolgen van strenge toepassing van een regel weg te nemen.”  
  3. Correctie van kennelijke fouten: Er wordt in de Awb een nieuwe afdeling toegevoegd: ‘Afdeling 3.8. Correctie van kennelijke fouten’. In die afdeling wordt geregeld dat burgers een aanspraak krijgen op het herstel van kennelijke schrijffouten, rekenfouten of andere kennelijke fouten die zich voor eenvoudig herstel lenen. Naar verwachting zal deze wijziging ertoe leiden dat er, in gevallen waarin de bezwaarschriftprocedure van toepassing is, minder vaak bezwaar hoeft te worden gemaakt tegen besluiten. Burgers die hiervan gebruik maken blijven het recht houden om bezwaar te maken of beroep in te stellen. Wie het niet eens is met de materiële inhoud van het besluit, kan nog steeds opkomen tegen het besluit.  
  4. Begrijpelijke motivering: Artikel 3:47, eerste lid van de Awb wordt aangevuld en luidt dan als volgt: “De motivering wordt op een voor belanghebbenden begrijpelijke wijze vermeld bij de bekendmaking van het besluit”. Een begrijpelijke motivering betekent twee dingen.
    1. De motivering moet in voor de lezer begrijpelijke taal worden opgesteld.
    2. De lezer moet kunnen begrijpen hoe het bestuursorgaan tot dit besluit is gekomen en wat het besluit voor hem of haar betekent.  
  5. Vaker horen bij financiële beschikkingen: Bij financiële beslissingen met rechtstreekse gevolgen voor de directe bestedingsruimte zal voorafgaand contact worden opgenomen of van de juiste gegevens wordt uitgegaan. Nu bestaat de hoorplicht hiervoor niet. De reden daarvan is dat horen bij elke financiële beslissing lastig uitvoerbaar is omdat vaak sprake is van bulkbeslissingen. Ook zijn financiële beschikkingen eenvoudig terug te draaien en de besluiten berusten vaak op eenduidige regels en makkelijk vast te stellen feiten.  
  6. Bestuursrechtelijke geldschulden: In de regels over bestuursrechtelijke geldschulden wordt meer rekening gehouden met het doen vermogen van burgers. Dit wordt onder meer gedaan door het stimuleren van betalingsregelingen als betalingsruimte ontbreekt en mensen bij een terugvordering extra in de problemen komen.  
  7. Aanpassing van de regeling over de bezwaar- en beroepstermijn: De doelstelling van het voorstel is om de ruimte om een termijnoverschrijding verschoonbaar (= niet verwijtbaar) te achten wegens bijzondere omstandigheden die de indiener betreffen te vergroten. Daarmee wordt nadrukkelijk bedoeld afstand te nemen van de strikte lijn die nu gehanteerd wordt voor situaties waarin een termijnoverschrijding het gevolg is van persoonlijke omstandigheden. Bedoeld wordt de lat te verlagen en voldoende ruimte te bieden aan bestuursorganen en bestuursrechters om recht te doen aan de menselijke maat en rekening te houden met het doen vermogen van betrokkene. Ook als iemand fysiek in staat is om een bezwaar- of beroepschrift in te dienen of daarvoor iemand anders in te schakelen, kan het zijn dat het doen vermogen toch zodanig beperkt is dat de te late indiening van het bezwaar of beroep verschoonbaar moet worden geacht.  
  8. Passend contact met de overheid: Om onnodige procedures te voorkomen wordt onder andere voorgesteld dat bestuursorganen:
    a. op een besluit aangeven op welke wijze men in contact kan komen met een ambtenaar die het dossier kent;
    b. bij een bezwaarschrift eerst in overleg treden met de bezwaarmaker en
    c. bij een te laat ingediend bezwaarschrift in contact treden om te kijken of er redenen zijn om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.  
  9. Burgerlus: Voor bestuursorganen bestaat al de mogelijkheid van een bestuurlijke lus. Dit houdt in dat een bestuursorgaan gebreken in het bestreden besluit nog tijdens de beroepsprocedure kan herstellen. In het voorstel wordt nu ook een burgerlus geïntroduceerd. De bestuursrechter kan daarmee de burger de gelegenheid geven om tijdens de beroepsprocedure zijn beroepsgronden verder te onderbouwen of ingenomen stellingen aannemelijk te maken.

- Geschreven door USG Legal jurist Jan Biesheuvel.

Deel dit artikel